Wie de titel goed leest, merkt meteen dat dit boek over de wereldgodsdiensten gaat. Dat gebeurt niet op de traditionele, schoolse manier door het overlopen van de verschillende belangrijke items van die godsdiensten en met foto's van de verschillende rituelen. De auteur vertrekt vanuit een poging om onder woorden te brengen wat geloven is en wat mensen aanzet tot geloven. Ze doet dit in een bevattelijke uitleg en door gebruik te maken van citaten in gekleurde tekstballonnen, afkomstig van zowel gelovigen als ongelovigen. Natuurlijk kan Janssen niet om de wezenlijke elementen van geloven heen, zoals leven na de dood, beelden en tussenpersonen, verschijningen en wonderen, namen voor God. Maar daarnaast besteedt ze ook aandacht aan moeilijk te vatten aspecten zoals het bestaan van goed en kwaad en het probleem van het lijden. Ze hanteert hierbij het principe dat alle aspecten bespreekbaar zijn, maar dat niet op alle vragen een voor iedereen bevredigend antwoord te geven is. Voor volwassen lezers komt bij sommige subtitels zoals bv. 'God is overal' een herinnering aan de Mechelse catechismus om de hoek kijken, maar de antwoorden zijn wel veel ruimer. In de eerste plaats omdat het in dit boek om de vijf wereldgodsdiensten gaat. Maar ook omdat de interpretatie veel ruimer is. Bv. in 'woonplaats van God' gaat het niet alleen over gebouwen, maar ook over pelgrimages en over hoe God in je huis een plaats kan krijgen. De auteur stelt de vraag of al die godsdiensten niet op hetzelfde neerkomen en maakt een zakelijke vergelijking. De laatste vijf delen in het boek vormen samen een soort afsluiting, over de minpunten van het geloof (oorlog in de naam van God of fundamentalisme), de pluspunten (kunst en cultuur, grote denkers, leer over goed leven), het verschil tussen geloven en bewijzen, een discussie over 'geloof vandaag' en 'de toekomst van God'.

Doorheen het ganse boek klinkt de gelovige overtuiging van Kolet Janssen door, maar die wordt nergens opgedrongen. De illustraties van An Candaele zijn grappig en ze slagen erin het ernstige onderwerp luchtiger te maken. Dat gebeurt door middel van een engel die in alle hoofdstukken de dienst uitmaakt. De engel is een tienjarig jongetje (?) met een wit gewaad, zwarte vleugels, een donker uiterlijk en kroeshaar met daarin een reggae-haarband. Hij bekijkt het allemaal vanop afstand, vanaf zijn wolkje en met de nodige humor. Een erg geslaagd geheel. [Hilde Debacker] Verberg tekst

Door verscheidene aspecten afzonderlijk te beschouwen wordt een tamelijk inzichtelijke uiteenzetting geboden van het universele, abstracte, godsdienstige/religieuze begrip 'geloven'. In 24 hoofdstukken worden o.a. ontstaan, drijfveren, zingeving en uitingen van geloof, het benoemen en de tegenwoordigheid van een 'god' en leven/dood/hiernamaals belicht. Daar gelovigen veelal verenigd zijn in een bepaalde gemeenschap, worden eigenheden, zoals rituelen, wijzen van verkondigen, leermeesters en voorgangers, leefregels en geschriften van de wereldgodsdiensten, op gelijkwaardige, vergelijkenderwijs benoemd. Hierbij worden ook duidelijk overeenkomsten en verschillen aangegeven. Ter afsluiting wordt ingegaan op negatieve en positieve kanten van de diverse geloven, wetenschappelijke weerleggingen van bepaalde (verouderde) geloofspunten, voor en tegens van geloven binnen de huidige samenleving en geloofsperspectieven. De complexe thematiek wordt niet vanuit een bepaalde geloofsstandpunt/stroming of belerend benaderd, doch eerder didactisch en zeker kritisch. De wijze van aanpak is breed van opzet, maar exemplarisch niet uitputtend. Biedt mogelijkheden tot verdieping, dialoog en discussie. Met citaten van o.a. jongeren en vele gekleurde, soms humoristische, tekeningen. Vanaf ca. 11 jaar. Verberg tekst

Als u als leerkracht godsdienst een bruikbaar boek zoekt voor in de klas dan kan ik u zeggen: ‘Zoek niet langer, u hoeft het gevonden.’ Lesvoorbereidingen, spreekbeurten, discussiestof, leuke weetjes, … dit boek heeft het allemaal. Kolet Janssen slaagt er met ‘God en Co’ in om ongelooflijk veel informatie over godsdienst in het algemeen te bundelen. Hierbij beperkt ze zich niet tot één godsdienst of tot één gezichtspunt, zowel geloven op zichzelf als binnen allerlei godsdiensten komt aan bod, zonder dat hierover wordt gesproken in termen van waardeoordelen. Citaten van allerlei mensen, bekend en onbekend, maar vooral van kinderen en jongeren zetten aan tot nadenken, lokken discussie uit. Alles kan, alles mag in dit boek, zolang het maar niet ten koste gaat van de medemens. Geloof wordt niet opgedrongen, negatieve kanten worden niet verhuld, maar alles gebeurt met een positieve grondtoon er doorheen. Geloven of niet geloven, dat doet er niet toe, het komt erop aan om kinderen/jongeren wegwijs te maken in de wondere wereld van het geloof. De combinatie van een vlotte pen en toegankelijke illustraties slaagt hier wonderwel in. Om het met een citaat uit het boek te zeggen: Als je zorgt voor de middelen zal het doel wel voor zichzelf zorgen. (Gandhi)
Verberg tekst